Skip to main content

 width=

Sinds een paar jaar doe ik aan hardlopen. Zoals bij zoveel mensen het geval is ben ik begonnen omdat ik aan mijn conditie wilde werken. De trap opkomen zorgde er al voor dat ik buiten adem was; daar moest verandering in komen. In de eerste jaren rende ik af en toe van huis naar werk; een stukje van vijf kilometer. Toen ik verhuisde naar Groningen, leerde ik mijn huidige vriend kennen. Omdat hij van hardlopen houd werd ik vanzelf mee getrokken en ging ik niet alleen meer trainen maar ook wedstrijden lopen. Wedstrijden lopen vind ik altijd leuk om te doen en er zijn periodes dat ik elke week 1 of 2 wedstrijden heb. Tot nu toe waren dit altijd halve marathons of korter maar omdat mijn vriend de Six Majors wil lopen schreef ik me net als hij in voor de Berlijn marathon. Iedereen had me al verteld dat de marathon niet zomaar iets is en dat het, in tegenstelling tot de halve marathon, heel erg veel voorbereiding vereist. Sommigen vertelden me zelfs dat de marathon eigenlijk helemaal geen leuke afstand meer is, omdat het met zo’n afstand pijn lijden en afzien is. Ik had me daarom voorgenomen om dit serieus aan te pakken. Ik probeerde in eerste instantie nog bij het dreamteam van het Runnersworld magazine te komen, om via hun wat gestructureerder te trainen.

Helaas werd ik niet geselecteerd en besloot via mijn hardloopgroep een trainingsschema aan te vragen. Al na 1 week merkte ik dat het niet haalbaar was me aan het schema te houden. De trainingen waren qua tijdsduur veel langer dan ik gewend was en ik kon naast mijn full time baan en paardrijden niet nog eens meer dan een uur uittrekken om te gaan hardlopen. De streeftijd in het schema was 2.55 – sowieso nogal een ambitieus doel, gezien het mijn eerst marathon zou zijn en gezien mijn halve marathon tijden van rond de 1.27. Ik had voor mezelf besloten niet meer voor een goede tijd te gaan, maar Berlijn als een eerste oefening te zien. Bij een volgende marathon kon ik er wel wat meer uit proberen te halen.

Het werd al snel eind augustus en de marathon was in september. Ik had, in tegenstelling tot wat in het hardloopschema stond nog nooit een 35 km gelopen en ik was nogal huiverig voor zo’n afstand. Alle ervaren lopers hebben het altijd over het 35 km punt en de man met de hamer die je dan genadeloos tegenkomt. Belangrijk dus om toch nog een keer een wat grotere afstand te lopen, dacht ik. Op een online hardloopagenda zoek ik wekelijks naar leuke wedstrijden in de buurt. In de week voor de marathon waren er weinig wedstrijden in de buurt – alleen een 100 km loop in Winschoten. Niks voor mij, da

cht ik in eerste instantie. Bovendien moet je daar vast eerst een marathon voor hebben gelopen om dat te kunnen doen. Later zag ik dat een aantal van mijn Facebook vrienden wel naar het evenement gingen. Ik keek op de site en zag dat er tegelijkertijd met de 100 km wedstrijd ook een

50 km wedstrijd was. De 100 km wedstrijd was ook meteen een NK. Ik had nog nooit met een NK mee gedaan en dit was een mooie kans. Na 1 september kon je je niet meer inschrijven, dus toch maar meteen ingeschreven, want ik kon me toch altijd weer zo afmelden. Ik hield het voor me, want mijn plannen om echt mee te doen en dan ook uit te lopen waren niet heel serieus. Eind augustus deed ik met de Bommen Berendloop mee en toen ik over de finish kwam hoorde ik de omroeper zeggen; ‘Daar komt Hinke Schokker, ze heeft zich ook aangemeld voor de 100 km in Winschoten over 2 weken’.  Blijkbaar stond ik op een online startlijst! Ik ben die dag door wel 20 mensen aangesproken. Iedereen

probeerde het uit mijn hoofd te praten; ‘als je nog nooit verder dan 30 km hebt gelopen moet je dit niet doen. De kans op blessures is te groot en Berlijn zul je niet meer kunnen uitlopen’. Er was niemand, behalve de speaker van de Run in Winschoten, die het me niet sterk afraadde. Marjan Oostinga, een bekende en ervaren hardloopster, vroeg zelfs nog of ik in haar estafette team wilde meelopen, om me te behoeden voor blessureleed door de 100 km. Ondanks alle adviezen, hoe verstandig en goed ze ook waren, besloot ik de maandag voor de Run toch maar gewoon van start te gaan. Ik vind het altijd leuk om dingen net iets anders aan te pakken, en toch net iets anders te proberen dan wat gebruikelijk is. Met hardlopen pakte dat tot nu toe meestal goed uit. Omdat nu wel alle ogen op mij gericht waren wilde ik het wel serieus aan

pakken. De woensdag voor de 100 km ging ik daarom nog even naar de RunX Groningen. Ik kwam om half zes binnengerend om hardloopschoenen die iets meer dempen dan mijn Nike Zoomfly. Ondanks dat het niet gebruikelijk is om vlak voor sluitingstijd binnen te lopen om schoenen te kopen werd ik toch geholpen. Wist ik zeker dat ik dit wilde doen; nieuwe schoenen kopen voor een wedstrijd op zaterdag? En was het verstandig om 100 km te lopen als ik nog nooit een marathon had gelopen? Ondanks de obstakels die de verkoper zag werd ik snel geholpen.

Na een kwartier stond ik met schoenen, gels en advies over hoe te eten tijdens de run, weer op de stoep. Om ze in te lopen heb ik er vrijdag nog even een rondje op gelopen.  Tot op de dag zelf probeerde mijn vriend het nog uit mijn hoofd te praten om mee te doen, maar na wat sussende woorden (“ik stap heus wel uit als ik me niet goed voel”) stonden we toch een half uur voor de start in Winschoten. Zoals gebruikelijk probeerde ik wat in te lopen voor de start. Al snel merkte ik dat ultrarunners toch wat anders zijn dan de gebruikelijke hardlopers, en dat ultraruns ook iets anders zijn dan een halve marathon. “Wat ben je aan het doen? Je moet straks nog 100 km hoor”, riep een ervaren ultraloper naar me, die me voor zijn neus heen en weer zag rennen. Dat klonk logisch; misschien toch maar even rustig blijven wachten in plaats van energie verspillen. Bij de start werd ik nog aangesproken door een journalist van het Dagblad van het Noorden. Hij wilde me graag interviewen als ik gefinisht was. Ik vertelde dat de k

ans groot was dat ik hem niet uit zou lopen. “Dat is niet erg”, vertelde de journalist, “kom dan maar gewoon nadat je uitgestapt bent”. We gingen van start en ik hield mijn tempo laag. Toch ging het eerste rondje in 42 minuten. De rondjes daarop heb ik niet meer naar de tijd gekeken. Gewoon lopen en niet nadenken! Onderweg kwam ik nog een bekende tegen van de road to Rotterdam duurlopen van Groningen

atletiek. Een ervaren ultraloper die me met de duurlopen er met gemak uit liep. Nu haalde ik hem in na 4 rondjes. Hoe meer kilometers ik gelopen had, hoe enthousiaster de mensen aan de kant werden. Ik dacht er niet teveel bij na, maar liep wel in een flow. De vrolijke gezichten aan de kant van de weg en de vrijwilligers met water gaven me vleugels. Tot aan het laatste rondje had ik geen idee of ik het uit zou gaan lopen, maar toen ik in de tiende ronde de finish zag kwam pas het besef dat ik het ging halen. En hoe; als eerste vrouw over de finish, vierde overall, in een tijd van 8 uur en 34 seconden.

 width=

Het gevoel toen ik over de finish kwam was onwerkelijk. Ik had zoiets nog nooit meegemaakt.

Daarnaast had ik geen last van mijn voeten gekregen, ondanks de nieuwe schoenen. In tegenstelling zelfs; ik had zelfs geen blaren. Ook de gels die ik

woensdag had gekocht op advies van Ben hadden heel goed gewerkt. Ik ben niet misselijk geworden en ben de man met de hamer niet tegen gekomen. Ik voelde me na afloop zo goed dat ik de

 width=

week erop zelfs de marathon van Berlijn kon uitlopen, en wel in een tijd die veel beter was dan ik ooit voor mogelijk hield; 2.50.33!  Als ik niet langs was geweest die woensdag had was het misschien heel anders gelopen in Winschoten en Berlijn.

RunX Groningen bedankt!

Leave a Reply