Blog door: Eddy Kiemel (Hoofdcoach Team 4 Mijl)
Op de middelbare school had ik een docent die tegen mij zei: “Het zou goed zijn als je wat meer op je tenen zou lopen, een niveautje hoger, want zo als het nu gaat word je alleen maar lui…”.
Gelukkig was dit geen sportdocent, laat staan een atletiektrainer, maar een docent economie die vond dat ik wel een schoolniveau omhoog zou kunnen. En inderdaad, soms is het goed om op je tenen te lopen. Maar… niet tijdens het hardlopen!
Het is echter ook in de hardloopsport een veel gehoorde aanwijzing: “loop op je voorvoeten”, vaak vertaald als: loop op je tenen. Wanneer je dit letterlijk opvolgt gaat het niet goed, maar zoals met alle wijze raad gaat het erom wat je ermee doet.
Drie plaatjes om het wat duidelijker te maken:
Afbeelding 01 is de haklander. Ondanks dat de grote sportmerken in de jaren 80 hebben geprobeerd ons wijs te maken dat dit met hun nieuwe schoenen wel eens een heel goed idee kon zijn: nooit doen!
Dan afbeelding 02: de voorvoet/teenlander. Waar komt dit dan vandaan, en waarom is dit zo hardnekkig?
In de eerste plaats is dit wel een stuk beter voor knieën en heupen, dus dat is goed. En op zich is het landen op je voorvoeten prima, en dan gaat het er om wat je daarna doet. De échte voorvoetloper zet dan meteen weer af. Je hebt immers een korte afzet, en dus lekker snel. Heb je kuiten van beton en achillespezen van staal, dan zou dit ook zomaar goed voor je kunnen werken. De meesten van onze hebben echter wat meer elastische achillespezen en die kunnen hier wat minder goed tegen. Van de regen in de drup dus: van knieklachten naar achillespeesklachten.
Maar wat dan wel?
Je kunt het best op je voorvoet landen (middenvoet is beter), maar dan moet je hak vervolgens wel richting de grond zakken. De échte toplopers (Kipchoge enzo) die laten hun hak zakken totdat deze de grond nét niet raakt (er past nog net een bankpasje tussen). Wij gewone stervelingen raken de grond net wel. Het naar de grond brengen van je hak heeft als groot voordeel dat je achillespees als een elastiekje wordt uitgerekt, en op het moment dat je afzet dat elastiekje als het ware ‘afgaat’ waardoor je die energie gratis terugkrijgt (dit werkt als het ware als een veer). Kortom je loopt sneller, met minder energieverbruik en minder blessures.
Zijn we daarbij dan helemaal verlost van blessures?
Nee, helaas, want in ‘the end’ is de mens geen ‘loopdier’ zoals een paard of jaguar. Maar gelukkig helpen schoenenfabrikanten ons nu een handje met de carbonschoen. De schoen -met carbonplaat- neemt een deel van de elastische functie van de achillespees over waardoor deze minder zwaar wordt belast. Die carbonplaat slaat net als je achillespees energie op een geeft deze weer terug, en tegelijkertijd wordt je achillespees ontlast. Dit merk je onmiddellijk (zowel in snelheid als kuiten/achillespezen). Maar met deze carbonschoenen moeten je hakken naar de grond worden geduwd na de landing, anders doet het carbon ook niets.
Hopelijk kan het mijn oude economiedocent bekoren dat ik mij toch ben gaan verdiepen in een vorm van economie, namelijk de loopeconomie. En die leert ons:
Loop niet op hakken of tenen, maar gebruik je hele voet als steun voor je benen.
Eddy Kiemel (Hoofdcoach Team 4 Mijl)