Skip to main content

Door: Team 4 Mijl

Misschien heb je de afgelopen maand meegedaan aan de 4 Mijl, of misschien zelfs aan een marathon. Misschien herken je het gevoel: wakker worden met kriebels in je buik, je meteen realiserend: “wedstrijd vandaag!”. Dit zal zeker zo zijn als je met een wat grotere wedstrijd, bijvoorbeeld die marathon, hebt meegedaan.

Hoe beleeft een topatleet zo’n dag? Heeft hij (of zij) hetzelfde gevoel? Het antwoord is simpel en eenvoudig: ja!

Slapen
Zeker als het een belangrijke wedstrijd is. Dan gaat het inslapen doorgaans al moeilijk, en bij het wakker worden staat het lijf meteen “aan”. “Slecht geslapen” of “Vroeg wakker” hoor ik als coach vaak als ik vraag of een atleet goed heeft geslapen. Als de gevraagde atleet moeilijk kijkt bij het antwoord, reageer ik steevast met: “Ddan is je lichaam er in ieder geval klaar voor”.

Bij de topwedstrijden begint dan in de loop van de dag ook de nervositeit een rol te spelen. De ingepakte tas wordt drie keer gecontroleerd: heb ik mijn wedstrijdsokken wel bij me? Waar zijn mijn speldjes? Heb ik de gelletjes wel ingepakt? Et cetera…

Richting de wedstrijd wordt ook het gedrag anders. De introverte types worden stiller, de extraverte juist drukker. Beide vanuit onzekerheid. De praatjes (vooral bij de mannen) worden een stuk minder. De één zoekt de zekerheid bij zichzelf, dan ander bij de coach: “waren de trainingen écht wel goed?” of “moeten we toch niet iets harder of zachter starten dan we van plan zijn?”. De grootste angst is er voor het resultaat: “wat als ik verlies van…?”, “wat als ik slecht loop?”. Als coach heb ik vlak voor de wedstrijd nog nooit de vraag gehad: “wat als ik goed loop?”.

 Het wordt pas meer ontspannen als het inlopen begint. Eindelijk fysiek bezig, de spanning er een beetje uitlopen. Dat helpt. Maar er is nu ook geen weg meer terug. De tijd tikt door…

De race, de overgave, alles geven tot de finish.

En dan na de finish. Alle stress is weg. De praatjes zijn onmiddellijk terug (vooral bij de mannen). Bij teleurstelling wordt een verklaring gezocht. Het liefst buiten zichzelf (het weer, een verkoudheid, of…). Bij succes was je natuurlijk zelf geweldig, en dat mag iedereen zien en weten. Soms in woord, maar op z’n minst door een enorme glimlach.

Na het uitlopen slaat de vermoeidheid toe. De adrenaline is weg, de stress is weg. Bij slecht resultaat komt er nu een andere emotie: “gaat het wel goed komen?” (voor de volgende wedstrijd). De trainingen worden scherper beoordeeld en bij de volgende wedstrijd begint alles weer van voren af aan. Een nog matiger nachtrust, een nog nerveuzere ochtend, nog zenuwachtiger voor de wedstrijd enzovoort.

De topatleet lijdt op de wedstrijddag meer van z’n eigen emotie dan van de inspanning. Eén van mijn favoriete oneliners is dan ook: “de angst voor het lijden is groter dan het lijden zelf”.

Want uiteindelijk verandert er in  een paar kilometer hardlopen niet zoveel. Je bent hooguit een illusie armer (en het goede nieuws is: illusies zijn gratis). Kortom: no stress, enjoy the race”.

× RunX staat klaar voor al je vragen